Portret van een vrije geest
De eigenzinnige Paola Navone (1950) is een buitenbeentje in de snelle designwereld. Zo ligt ze liever op het strand dan dat ze werkt. Dat genieten van het leven zo in haar natuur zit, verklaart waarschijnlijk waarom haar ontwerpen altijd zo onweerstaanbaar zijn. Het Origineel sprak met de Italiaanse ontwerpster van wereldfaam.
In Nederland kennen we Paola Navone vooral van de banken die ze ontwierp voor Linteloo. Dat er een match was tussen de Italiaanse en het Nederlandse bedrijf is niet zo gek. Navone was zo’n beetje de eerste die de loungebank introduceerde. Maar of Navone nu ontwerpt voor Linteloo of voor Armani, Knoll International, Natuzzi, Alessi, Driade, Anthropologie, Molteni of wie ook: “Ik doe altijd mijn eigen ding. Ik ben er ook van overtuigd dat je als ontwerper er niet op moet focussen of iets zal verkopen of niet. Dat komt een design niet ten goede.”
Genieten van ongebondenheid, lekker eten, veel reizen en mooie dingen zien, dat is Navone’s mindset. Dat vertaalt zich rechtstreeks in haar ontwerpen, die daardoor van nature ideaal zijn voor een relaxed en bezield interieur. Navone’s designs laten ook altijd een volkomen vanzelfsprekende mix zien van allerlei etnische invloeden. De Italiaanse houdt van de wereld, van alle culturen en voelt zich overal senang. Haar meubels zijn nauwelijks te lokaliseren in tijd of plaats en ademen een universele vrijheid en harmonie. Je voelt je er tegelijkertijd thuis én op reis.”
Waar komt die vrijheidsdrift en dat nomadisch bij u vandaan?
“Van jongs af aan was ik altijd al heel nieuwsgierig en ook koppig en impulsief. Zo raakte ik door een vriend geïnteresseerd in de studie architectuur. Eind jaren zestig was het nog niet bepaald gebruikelijk voor een vrouw om dat vak te kiezen. Tijdens mijn studie ontdekte ik dat er overal ter wereld architecten dingen deden die totaal anders waren dan wat ik leerde aan de universiteit. Ik ging die architecten opzoeken in Londen, Oostenrijk, Amerika … Het was schatgraven voor mij. Het ontdekken van nieuwe mogelijkheden en vrijheden. Ik besloot er mijn scriptie aan te wijden. Alessandro Mendini – de architect van het Groninger Museum – las die scriptie en vroeg me of ik een versie ervan publiceren in zijn tijdschrift Modo.
Bent u altijd zo impulsief gebleven?
“Ja, ik ben eigenlijk altijd op die voet doorgegaan, ik heb nooit mijn pad gepland. In plaats van een carrière als ontwerper op touw te zetten, ben ik gaan reizen. Eigenlijk is mijn hele leven altijd een reis zonder plan geweest. Alles is door toeval of geluk gebeurd. Elk van mijn projecten begint ook altijd met een bijzondere ontmoeting. Met een persoon, een plek, een techniek of iets anders waar ik tegenaan loop. De alchimie van zo’n ontmoeting is steeds opnieuw een soort magie. Dat maakt elk project speciaal, uniek en anders.”
Zijn uw designs voor Linteloo ook ontstaan uit zo’n toevallige ontmoeting?
“Absoluut. Ze illustreren perfect wat ik net vertelde. Jan te Lintelo en ik liepen elkaar tegen het lijf in een fabriek in Italië. Hij vroeg me iets voor hem te ontwerpen, maar ik wilde hem eerst wat beter leren kennen. Dus heb ik Jan bij me thuis uitgenodigd voor een etentje. Zo raakten we we bevriend. De eerste vrucht van die vriendschap werd Jan’s New Sofa, een heel uitnodigende bank waarvan je de hoes kunt wisselen als de lakens van je bed. Een bank om, op te zitten, slapen, lezen, genieten, leven …”
U bent altijd een zwervend bestaan blijven leiden, wat is voor u thuis?
“Ik woon nu afwisselend in Milaan, Parijs en op de Griekse eilanden. Maar ik heb bijvoorbeeld ook heel lang in Azië gewoond, in Hong Kong. Ik wil alles zien, ben gefascineerd door schoonheid en vakmanschap uit alle culturen en laat me daar graag door inspireren. Ik noem mezelf ook wel eens een ‘etnische nomade’. De plekken waar ik heb gewoond in mijn zigeunerleven, hebben me stuk voor stuk een boel gebracht. Als iemand tegen me zegt: je hebt geen roots, vind ik het altijd leuk om te antwoorden: ‘natuurlijk heb ik wortels! Het zijn alleen hele korte wortels!”
U vertrouwt veel op uw intuïtie in werk en leven …
“Ik noem mijn manier van doen altijd graag ‘spons-design’. Ik wordt ’s ochtends wakker en begin dan met opzuigen, precies als een spons: beelden, kleuren, geuren, indrukken. Elke dag, vierentwintig uur per dag. Al die dingen gaan in een groot vat dat mijn hoofd is. Elke keer als ik aan een project werk, komt er iets bijzonders tevoorschijn als een intuïtie uit dat vat. Het idee krijgt vorm. Het was ergens al aanwezig, dat voelt altijd een beetje magisch.”
U laat het toeval een grote rol spelen, niet alleen in uw leven maar ook in uw ontwerpen. Bent u niet zoals de meeste ontwerpers op zoek naar perfectie?
“Nee, ik ga juist liefst op zoek naar ‘imperfecte schoonheid’ in al haar onverwachte vormen. Mijn manier van denken over design heeft veel te doen met eenvoud en handmatige imperfectie. Daar ligt altijd schoonheid en poëzie in verscholen. Ik neem mezelf graag niet te serieus. In alles wat ik doe is altijd wel een vleugje ironie en plezier aanwezig.”
U hebt een bijzondere interesse in ambachtelijke technieken, iets waarmee u in feite vooruit liep op een trend. Is er een techniek waar u speciaal gek op bent?
“Ik heb me altijd al aangetrokken gevoeld tot alledaagse dingen. Handgemaakte dingen, die eenvoudig en natuurlijk zijn. Dingen waar een klein beetje van de wereld in zit. Handmatige imperfectie is voor mij een rijke en expressieve wijze van schoonheid, zoals ik net ook zei. Maar ik zou daarbij niet kunnen kiezen voor één techniek. Ik ben gek op keramiek, maar ook op textiel en weven, en net zo op glas …”
Hoe verwerkt u zulke ambachtelijk technieken concreet in uw ontwerpen?
“Door ze te mixen met moderne materialen. Bijvoorbeeld door pvc-koord te weven als riet. Of andersom combineer ik ook graag natuurlijke en traditionele materialen met moderne technieken. Zo heb ik natuurlijke vezels gebruikt om 3d stoffen te weven die uit de toekomst lijken te komen. Door zulke kruisbestuivingen, probeer dingen te laten reizen door tijd en ruimte, los te maken van een bepaalde locatie of een decennium.”
U bent niet bepaald een workaholic naar het schijnt, is dat niet nodig om succesvol te zijn?
“Ik houd niet van overwerken en ik ben niet iemand die denkt: ‘er is altijd wel iets te doen’. Ik ben gek op mijn werk, maar ik heb een reden waarom ik het doe, het is niet mijn leven. Als ik vrij ben van verplichtingen, ga ik geen stoel tekenen, dan doe ik andere dingen, ik ga naar het strand of naar de film. En als ik helemaal geen werk zou hebben, zou ik gaan koken. Ik ben dol op koken, het is als yoga voor me.”
Wanneer heeft u de meeste voldoening van uw werk?
“Wat altijd heel bijzonder is, is om in het het huis van een vriend iets aan te treffen dat ik ooit, lang geleden heb ontworpen en dat helemaal is opgenomen in die plek. Zien dat zo’n ontwerp een gelaagdheid heeft gekregen door het gebruik, door hoe ermee geleefd wordt in dat specifieke huis door die specifieke mensen. En zien dat het zich schikt tussen alledaagse dingen, alsof het er altijd geweest is, dat is heel mooi.”