Zijn nieuwste fauteuil voor Gelderland wordt al de moderne rokersstoel genoemd vanwege de rechte lijnen en het grote comfort. Ontwerper Bart Vos vindt vooral dat Woody functioneel eenvoudig is en met de jaren alleen maar mooier zal worden. ‘Terug naar de echte materialen.’
Stevige dikke kussens, strakke lijnen en gebogen poten die haast doen denken aan insectenpootjes. Fauteuil Woody overtuigt in zijn eenvoud en functionaliteit. ‘Dit is een fauteuil om in achterover te leunen en met je handen over de houten armleggers te wrijven,’ vertelt Bart Vos. ‘De stoel vormt zich naar de eigenaar en wordt elk jaar mooier, als een leren jas waarin je je zo comfortabel voelt dat je er nooit meer afstand van wilt doen.’
Bart Vos: ‘Ik schets alles met de hand, dat dwingt tot nadenken.’
Feitje: de inspiratie voor fauteuil 6401, oftewel Woody, haalde de ontwerper letterlijk uit een bestaand ontwerp van zijn vader Henk Vos. ‘Voor de eerste proeffauteuil heb ik het zitgedeelte uit de 6400 Gelderlandbank gezaagd. Vervolgens heb ik de poten verwijderd en met blokken een nieuwe hellingshoek bepaald.’ Stukje bij beetje brengt hij Woody zo tot leven. De nieuwe armleggers vormen het sieraad van de stoel. De bekleding van stof of leer vormt een aangenaam contrast met de geronde, noten- of beukenhouten armleggers.
Dat Woody moeiteloos de tand des tijds doorstaat, daar twijfelt Bart Vos niet aan. ‘Echt goede meubels passen ook na vijftien jaar nog naadloos in een modern interieur en hebben hooguit nieuwe bekleding nodig. Met die gedachte ontwerp ik al mijn stukken.’
Design kan ook betaalbaar zijn, vindt Bart Vos.
Vriendelijk geprijsd
Design draait niet om het prijskaartje, zo is de overtuiging van Bart Vos. ‘Het hoeft niet per se duur te zijn om iets tijdloos te maken. Woody is heel rechttoe rechtaan ontworpen met een eenvoudig frame en een combinatie van echte, stevige materialen.’
Hij vult aan: ‘Tegenwoordig heerst er haast een vorm-terreur, waarbij ontwerpers onderscheidend proberen te zijn in allerlei ingewikkelde vormen. Maar of het product er beter door wordt, vraag ik me af. Eenvoud is overigens vaak ingewikkelder. Kijk eens naar de meubels van Charles Eames, Jean Prouvé of Piet Hein Eek: hun ogenschijnlijk simpele ontwerpen zijn designklassiekers die over honderd jaar nog steeds interieurs sieren.’
Duurzaamheid in de zin van kwaliteit en ambacht is een rode lijn in Vos zijn ontwerpen. Ook voor Woody heeft hij de keuze gemaakt voor bestendige materialen: hout, metaal en kwalitatieve bekleding. Materialen die wat hem betreft een ziel aan het meubel geven. ‘De huidige wegwerpcultuur gaat me echt aan het hart. Mensen kiezen zonder na te denken voor meubels van fineer en plastics waarbij de sleetsheid snel toeslaat, want volgend jaar kopen ze toch wel weer wat nieuws.’
Meubels uit de koker van een designer kosten wat meer, maar je hebt er ook langer plezier van. ‘Ik was vandaag bij mensen die twaalf jaar geleden een sloophouten tafel van Piet Hein Eek bij mij kochten. Ik kom binnen in de woonkamer en zie dat hij er nog steeds staat. Dat is de kwaliteit en de ziel waar ik het over heb.’